Op 1 juli is het zover: dan worden alle trainingen in Nederland voor luchtvervoer van gevaarlijke stoffen volgens een nieuwe methodiek gegeven: het zogenoemde CBTA van IATA. Als eerste IATA-geaccrediteerde opleider van Nederland is Special Cargo druk bezig deze te implementeren in het cursusaanbod. Namens Special Cargo is mede-oprichter Hans van der Maat betrokken geweest bij de ontwikkeling van deze methodiek. “De CBTA-trainingen zijn veel efficiënter, en daar varen werknemers én werkgever wel bij.”
“De hele luchtvaart is wereldwijd bezig met een overstap van een traditionele trainingsaanpak naar een nieuwe manier van training van personeel”, zegt Hans van der Maat, oprichter van SCS Training en Consultancy (merknaam: Special Cargo College) in 2003. Niet alleen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen; ook piloten, cabinepersoneel en logistieke medewerkers gaan op een nieuwe manier getraind worden, of worden dat al. Die nieuwe manier heet Competency Based Training & Assessment (CBTA) oftewel competentie-gericht trainen en beoordelen.
Wat is IATA CBTA?
Competentie-gericht trainen, wat is dat precies? Dat wil zeggen dat de trainingen gericht zijn op competenties die bij bepaalde functies horen. Hans legt uit: “Je wordt dus meer opgeleid voor de taken en verantwoordelijkheden die bij je functie horen. En minder getraind op onderwerpen die je in de praktijk nooit zult gebruiken.” Om de CBTA-aanpak aan haar klanten uit te leggen, organiseert Special Cargo in juni een aantal kennissessies (zie kader onder dit artikel).
ICAO en IATA
Drijvende kracht achter deze grootschalige wijziging is de internationale burgerluchtvaartorganisatie ICAO van de Verenigde Naties. Een van de werkgroepen hierbinnen is het ICAO Dangerous Goods Panel, dat verantwoordelijk is voor de zogenoemde Technical Instructions: de internationale voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. Luchtvaartorganisatie IATA sluit hierbij aan in haar IATA Dangerous Goods Regulations (IATA DGR). Dit zijn de praktische richtlijnen die gebruikt worden door de luchtvaartindustrie. Ook is IATA betrokken bij het trainen en certificeren van personeel in het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht.
Kennispartner
In 2019 heeft het ICAO Dangerous Goods Panel – na jarenlang overleg – overeenstemming bereikt over de invoering van CBTA met ingang van januari 2023. Ook de IATA DGR werden hieraan aangepast. Hans was vanaf het begin betrokken bij deze ontwikkelingen, als adviseur van het Nederlandse panel member in het ICAO Dangerous Goods Panel. In die hoedanigheid woonde hij de vergaderingen van ICAO bij. “Zo was SCS Training & Consultancy jarenlang kennispartner van de overheid. En dat zijn we nog steeds”, aldus Hans, die inmiddels met pensioen is maar op de achtergrond actief blijft.
Rol van werkgever
De gedachtegang bij IATA CBTA is dat de werkgever verantwoordelijk is voor het trainen van het personeel volgens de regels. Dat kan bij een erkend opleidingsinstituut. Daarbij moet de werkgever zorgen voor tussentijdse assessments, om te zien of de medewerkers hun werk ook in de praktijk kunnen uitvoeren. Hans vervolgt: “Als werkgever moet je dus zorgen dat de kennis en vaardigheden van je personeel up-to-date zijn en blijven. En vanuit de Nederlandse overheid ziet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) erop toe – door middel van inspecties – dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.”
Guidance
De CBTA-aanpak is als voorschrift opgenomen in de 2023-2024-editie van de ICAO Technical Instructions en in de 64e editie van de IATA DGR, die jaarlijks geactualiseerd wordt en per 1 januari 2023 van kracht is geworden. Hans: “De CBTA-voorschriften zijn echter geen integraal onderdeel van de DGR, er is een apart boekwerk voor gemaakt: Dangerous Goods Training Guidance. Wat voor de gebruikers alleen maar fijn is: het is – in tegenstelling tot IATA DGR – gratis te downloaden.”
Invoering in Nederland
Op grond van deze ingrijpende wetswijziging moest ook de Nederlandse regelgeving worden aangepast, waaronder de Regeling erkenning opleidingsinstellingen en assessments vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht, vervolgt Hans. “En deze regeling bevat een overgangstermijn van een halfjaar. Dat betekent dat het CBTA-trainen officieel per 1 juli van kracht wordt in Nederland.”
Assessments
Bij iedere CBTA-training hoort altijd ook een assessment in de vorm van een examen en/of praktische toets. Dit wordt in Nederland niet afgenomen door een onafhankelijke partij, zoals bijvoorbeeld het CBR, maar wordt verzorgd door de opleider, net als de cursussen zelf. Die opleider moet daarbij vanzelfsprekend ook voldoen aan de eisen in bovengenoemde regeling. Daarom moeten de trainingen en assessments goedgekeurd worden door de ILT. “Want anders wordt het natuurlijk wel heel makkelijk om al je cursisten te laten slagen.”
IATA-accreditatie
“Maar wat dat betreft zit je goed bij Special Cargo”, vervolgt hij, “als eerste opleider in Nederland zijn wij vorig jaar CBTA-geaccrediteerd door IATA. Dat wil zeggen dat onze trainingen en assessments gegarandeerd voldoen aan de eisen van IATA. Daartoe hebben wij een audit van twee dagen gehad door de IATA: de hele organisatie en de werkprocessen werden onder een vergrootglas gelegd. Met een positief resultaat. We kunnen dus met trots zeggen dat we aan de strengste normen voldoen.” Daarnaast kunnen cursisten die bij Special Cargo slagen voor een IATA CBTA-cursus, een IATA-certificaat ontvangen. Dat is wereldwijd geldig en wordt geregistreerd bij de IATA in Montreal. Niet-IATA-geaccrediteerde opleiders kunnen geen IATA-certificaten uitgeven.
Geen overbodige ballast
Hans ontwikkelt alle IATA CBTA-cursussen voor Special Cargo. Sommige kunnen nu al gevolgd worden, maar vanaf 1 juni kunnen bedrijven zich voor alle cursussen inschrijven. Hans is blij dat de nieuwe methodiek nu eindelijk officieel wordt: “Het is veel beter om medewerkers op te leiden voor de functies en taken die ze uitvoeren. Dan wordt overbodige ‘ballast’ vermeden.” Hij geeft een voorbeeld. “Als je voorheen IATA-gecertificeerd wilde worden voor gevaarlijke stoffen, kreeg je in de opleiding ook een volle dag les over het classificeren van gevaarlijke stoffen. Terwijl je daar waarschijnlijk in de praktijk niks mee te maken had. In de IATA CBTA-methodiek is dat niet meer nodig.”
Erkenningen
Ten behoeve van de IATA CBTA-systematiek werkt de Nederlandse overheid met een erkenningensysteem, met per rol in het logistieke proces één erkenning (A tot en met E):
A: voor afzenders
B: voor expediteurs-luchtvrachtagenten
C: voor grondafhandelaren
D: voor logistieke dienstverleners
E: voor organisaties die gespecialiseerd zijn in het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht
Die erkenning is bepalend voor het soort trainingen dat je in de nieuwe IATA-trainingsmethodiek moet volgen. Dit betekent dat de vertrouwde IATA DGR-categorieën 1 tot en met 12 omgezet worden naar functiegerichte cursussen IATA 7.1 tot en met 7.10. Als je bijvoorbeeld afzender bent van verschillende gevarenklassen maar niet hoeft te classificeren, deed je vroeger de basiscursus Luchtvervoer Gevaarlijke Stoffen (categorie 1, 3 en 6). In de nieuwe opzet volg je IATA-cursus 7.1B: gereedmaken van gevaarlijke stoffen voor vervoer door de lucht.
Minder tijd
Hans vervolgt: “En het mooie is: de totale opleidingstijd wordt een stuk korter. Logisch natuurlijk, want je hoeft alleen nog maar te leren wat je voor je functie nodig hebt. Daarom nemen veel cursussen, in plaats van vier dagen, nog maar drie klassikale dagen in beslag. En in het bovengenoemde geval (7.1B) duurt de training nog maar twee dagen. En het wordt nog mooier: Special Cargo heeft van het algemene gedeelte (basiskennis vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht (7.0)), een e-learning gemaakt. Deze doe je voorafgaand aan de klassikale trainingen, op een moment dat het jou uitkomt.”
Veiligheid
Al met al ziet Hans alleen maar voordelen van de nieuwe trainingsmethodiek: “Het is dus veel efficiënter, en daar vaart niet alleen de werknemer, maar ook de werkgever wel bij: die is zijn werknemers korter ‘kwijt’. Maar eigenlijk belangrijker: ook de veiligheid is erbij gediend. Medewerkers zijn immers beter toegerust om hun functie uit te oefenen. Dat is waar we het uiteindelijk allemaal voor doen.”